Welkom op mijn blog

Op deze pagina deel ik kennis en inzichten over diverse thema's die we tegenkomen bij het opvoeden van kinderen. Vanuit mijn eigen ervaringen als moeder én mijn professionele achtergrond als kindercoach, schrijf ik over onderwerpen die jou kunnen helpen en inspireren bij de begeleiding van je kind. Mijn doel is om je te ondersteunen én te inspireren op de weg naar een veerkrachtige en zelfverzekerde opvoeding.

Emotieregulatie bij kinderen: Een vaardigheid die je samen leert

Als moeder van twee kinderen, een dochter van 4 en een zoon van 6, zie ik dagelijks hoe verschillend zij omgaan met hun emoties. Mijn jongste raakt vaak overweldigd door boosheid als ze haar zin niet krijgt of als iets niet lukt. Dan barst ze in tranen uit of begint te schreeuwen. Teleurstelling of frustratie kan bij haar snel omslaan in een driftbui. Mijn zoon daarentegen, die inmiddels 6 jaar is, begint beter in staat te zijn om te zeggen: "Mama, ik ben boos omdat ik verloren heb," of "Ik ben verdrietig omdat het niet gaat zoals ik wil." Hij kan zijn emoties steeds beter benoemen en reguleren.

Dat verschil heeft alles te maken met emotieregulatie. Terwijl mijn zoon al stappen zet in het leren beheersen en begrijpen van zijn emoties, heeft mijn dochter nog meer hulp nodig. Bij jongere kinderen, zoals mijn dochter van 4, is co-regulatie van cruciaal belang. Dat betekent dat ik als ouder haar actief begeleid in het omgaan met emoties zoals boosheid, verdriet of frustratie, omdat ze dat nog niet zelf kan. Vanaf ongeveer 4 à 5 jaar beginnen kinderen pas langzaam de vaardigheden te ontwikkelen om hun emoties zelf te reguleren, maar dat proces vraagt tijd en geduld.

In deze blog vertel ik je meer over de 7 fases van emotieregulatie en hoe je als ouder een rol kunt spelen in de overgang van co-regulatie naar zelfregulatie, zodat je kind stap voor stap leert om zijn of haar emoties beter te begrijpen en te beheersen.

 

De fases
Emotieregulatie begint bij het opmerken van emoties. Dit lijkt misschien vanzelfsprekend, maar voor jonge kinderen is dit een vaardigheid die nog ontwikkeld moet worden. Vaak voelen kinderen zich ineens boos, verdrietig of gefrustreerd, zonder te begrijpen dat er een emotie achter hun gedrag zit. Een kind dat zijn emoties nog niet goed kan opmerken, reageert vaak direct vanuit dat gevoel, bijvoorbeeld door te huilen of boos te worden wanneer iets niet gaat zoals het wil. Het is belangrijk om kinderen te helpen herkennen dat deze gevoelens er zijn en hen te begeleiden in het opmerken wanneer ze boos, verdrietig of teleurgesteld zijn.

Als kinderen hun emoties beginnen op te merken, is de volgende stap om die emoties te benoemen. Jonge kinderen kunnen zich vaak wel uiten door te huilen, schreeuwen of boos te worden, maar weten niet altijd welke emotie ze precies ervaren. Een kind dat bijvoorbeeld boos wordt omdat het een spelletje verliest, kan nog moeite hebben om te zeggen: "Ik ben boos omdat ik verloren heb." In plaats daarvan zien we vaak driftbuien of frustratie. Het leren benoemen van emoties helpt kinderen om beter te begrijpen wat ze voelen, en als ouder kun je hen daarbij ondersteunen door die emoties voor hen te benoemen: "Je voelt je boos omdat je het spel niet hebt gewonnen, klopt dat?"

Vervolgens is het de bedoeling dat ze niet alleen hun emoties kunnen benoemen maar ook weten waarom ze die emoties voelen. Ze beginnen te begrijpen welke situaties of gedachten hun gevoelens uitlokken. Een kind kan bijvoorbeeld boos worden als het iets niet goed doet, maar in deze fase leren ze inzien dat die boosheid voortkomt uit een gevoel van frustratie omdat ze het moeilijk vinden om te falen of om iets niet meteen goed te doen. Als kinderen dit gaan begrijpen, wordt het voor hen makkelijker om met deze emoties om te gaan. Kinderen die deze vaardigheid nog niet hebben ontwikkeld, raken vaak snel boos of gefrustreerd, zonder te begrijpen waarom.

Zodra kinderen begrijpen waarom ze bepaalde emoties voelen, kunnen ze leren hoe ze die emoties positief kunnen beïnvloeden. Dit betekent dat ze leren kalm te blijven of hun boosheid op een andere manier te uiten, in plaats van direct vanuit die emotie te reageren. Een kind dat boos wordt omdat iets niet lukt, kan bijvoorbeeld leren om diep adem te halen en even een pauze te nemen voordat het verder gaat.

Vervolgens is het ook belangrijk om te leren dat emoties, hoe vervelend ze ook zijn, oké zijn. Ze beginnen te begrijpen dat boosheid, verdriet of frustratie er mogen zijn, zonder dat ze meteen iets hoeven te doen om die gevoelens weg te krijgen. Voor veel kinderen is dit een van de moeilijkste stappen. Een kind dat bijvoorbeeld boos is omdat het iets niet kan, wil vaak meteen reageren door te schreeuwen of de schuld op iemand anders te schuiven. Het leren accepteren dat die boosheid er mag zijn, zonder er direct iets aan te veranderen, helpt kinderen om beter met hun gevoelens om te gaan. Kinderen die deze vaardigheid nog niet hebben ontwikkeld, kunnen snel overweldigd raken door hun emoties en proberen ze direct te uiten of op te lossen.

Het is ook belangrijk dat kinderen niet altijd direct op hun emoties hoeven te reageren. Ze kunnen emoties uitstellen en op een geschikter moment handelen. Een kind dat bijvoorbeeld boos is omdat het een spelletje heeft verloren, leert dat het niet meteen hoeft te schreeuwen of te reageren vanuit die boosheid. In plaats daarvan kan het kind wachten tot het rustiger is en dan opnieuw nadenken over de situatie.

Tot slot draait het om zelfcompassie en het leren om vriendelijk te zijn voor jezelf, zelfs wanneer dingen niet gaan zoals je wilt. Kinderen die deze fase bereiken, begrijpen dat het oké is om fouten te maken, en leren zichzelf te steunen in plaats van zichzelf te bekritiseren. Een kind dat bijvoorbeeld iets niet goed doet, kan leren om te zeggen: "Het is oké, ik kan het altijd nog een keer proberen," in plaats van boos op zichzelf te worden en te denken: "Ik ben slecht in dit spel."

Co regulatie
Het brein van een jong kind is nog volop in ontwikkeling. De delen van de hersenen die verantwoordelijk zijn voor impulscontrole en emotiebeheersing, zoals de prefrontale cortex, zijn nog niet volledig gevormd. Dit betekent dat jonge kinderen vaak overweldigd worden door hun emoties, ze ervaren deze vaak intens en weten niet hoe ze deze moeten uiten of controleren. Een peuter die bijvoorbeeld zijn speelgoed niet krijgt, kan een driftbui krijgen omdat hij niet weet hoe hij anders moet omgaan met zijn frustratie.

Co-regulatie biedt hier een oplossing. Het betekent dat de ouder of verzorger het kind helpt om te kalmeren door zelf een bron van rust en veiligheid te zijn. Dit kan door middel van troostende woorden, een rustige aanwezigheid, knuffelen of samen ademhalingsoefeningen doen. Door deze steun leert het kind dat emoties er mogen zijn, maar dat er manieren zijn om ermee om te gaan zonder direct vanuit die emotie te reageren.

Slot
Hoe mooi zou het zijn als we de nieuwe generatie leren om hun emoties te begrijpen en te beheersen? Emotieregulatie is niet alleen belangrijk voor nu, maar vormt de basis voor hun verdere leven. Kinderen die deze vaardigheden ontwikkelen, groeien uit tot stabiele volwassenen die veerkrachtig en zelfverzekerd in het leven staan. Ze leren omgaan met boosheid, verdriet en frustratie, en kunnen zichzelf ondersteunen op momenten dat het even tegenzit.

Als ouder heb je een belangrijke taak in het begeleiden van je kind, maar het is begrijpelijk dat je soms tegen uitdagingen aanloopt. Mocht dat gebeuren, dan sta ik voor jullie klaar om jullie te ondersteunen. Samen zorgen we er dan voor dat jouw kind deze waardevolle vaardigheden leert. Heb je vragen of wil je ontdekken hoe ik je hierbij kan ondersteunen? Neem gerust contact op, ik denk graag met je mee!

Samen kunnen we ervoor zorgen dat onze kinderen emotioneel sterk opgroeien, klaar om de uitdagingen van het leven met vertrouwen aan te gaan.

Liefs,
Mindy 💛

Zelfvertrouwen bij kinderen: het is hun superkracht en zo versterk je die!

Soms zie je het ineens gebeuren. Je kind twijfelt om zijn vinger op te steken in de klas, blijft stil als iets niet lukt, of zegt: “Ik kan dat toch niet.”
Als ouder wil je dan maar één ding: dat je kind voelt dat het wél genoeg is.

Zelfvertrouwen is geen luxe, het is de basis van hoe een kind in het leven staat. Het is hun superkracht: iets wat ze van binnenuit dragen en dat hen helpt bij alles wat ze doen.

Wat zelfvertrouwen écht is

Zelfvertrouwen betekent niet dat een kind altijd durft, nooit bang is of alles goed doet.
Het betekent dat ze durven proberen, ook als ze het spannend vinden. Dat ze fouten durven maken, leren van wat niet lukt en geloven dat ze het kunnen.

Kinderen met vertrouwen in zichzelf durven nieuwe dingen aan te gaan, kunnen beter omgaan met tegenslag en voelen zich veiliger in contact met anderen.
Het mooie is: zelfvertrouwen is niet iets wat je hebt of niet hebt, je kunt het laten groeien.

Waarom het soms onder druk staat

Kinderen krijgen vandaag de dag veel prikkels. Ze vergelijken zichzelf met anderen, willen het goed doen op school en voelen soms de druk om te “passen” binnen een systeem.
Zelfs goedbedoelde woorden als “Je kunt het heus wel!” kunnen voor een kind voelen als extra druk.

Het gevolg is dat ze gaan twijfelen aan zichzelf, stiller worden of juist sneller boos. Niet omdat ze niet willen, maar omdat ze even vergeten hóeveel ze eigenlijk al kunnen.

Zo help je je kind om zijn superkracht te versterken

Kleine momenten in het dagelijks leven maken vaak het grootste verschil. Het hoeft niet groot of ingewikkeld te zijn. Het gaat erom dat je kind voelt: ik mag leren, ik mag proberen, ik mag zijn wie ik ben.

  • Benoem wat goed gaat. Vraag niet alleen “Wat ging er fout?” maar ook “Wat ging er goed vandaag?” Zo leert je kind aandacht te geven aan wat wél lukt.
  • Laat fouten normaal zijn. Vertel gerust iets wat jij zelf ooit fout deed. Kinderen leren daar veel van: ze zien dat fouten bij groeien horen.
  • Geef complimenten over inzet, niet alleen over het resultaat. Zeg niet alleen “Wat goed dat het gelukt is”, maar ook “Wat knap dat je het hebt geprobeerd.” Zo leert je kind dat het proces belangrijker is dan het eindresultaat.
  • Vergelijk niet, maar verbind. Elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo. Laat merken dat dat helemaal oké is.
  • Creëer veilige oefenmomenten. Kinderen bouwen vertrouwen op door te doen, met kleine stapjes en een veilig vangnet in de buurt. Een spreekbeurt oefenen, iets nieuws proberen of iemand helpen: het zijn allemaal momenten die bijdragen aan hun zelfvertrouwen.

De rol van ouders: veiligheid en geloof

Als ouder ben je de spiegel waarin je kind zichzelf leert zien. Je woorden, toon en houding bepalen vaak meer dan je denkt.
Wanneer jij vertrouwen hebt dat het goedkomt, ook als iets moeilijk is, voelt je kind dat.

Zelfvertrouwen groeit niet door te zeggen “Je kunt het!”, maar door te laten merken: “Ik geloof in jou, wat er ook gebeurt.”

Tot slot

Zelfvertrouwen is geen eindbestemming. Het is een reis waarin kinderen leren wie ze zijn, wat ze kunnen en dat ze goed zijn zoals ze zijn. Soms met grote stappen, soms met kleine.

En dat is misschien wel het mooiste van alles: elke keer dat een kind iets durft wat eerst spannend was, groeit die superkracht een beetje verder.

Liefs,
Mindy 💛

Benieuwd of ik jullie kan helpen? 

Wil je even sparren of kijken of we een klik hebben? Neem dan vrijblijvend contact met me op. Ik sta open voor een kennismakingsgesprek waarin we samen kunnen ontdekken of en hoe ik jullie kan ondersteunen. 

Locatie

Roosendaal

Telefoon

06-16068599

Volgen